Nadat de doelwoorden allemaal aan bod zijn gekomen in de introductie, worden de vier deelvaardigheden per doelwoord getraind. De vier deelvaardigheden betreffen (1) het automatisch herkennen van het doelwoord, (2) het woord analyseren in klankgebaren, (3) het decoderen en (4) het spellen van het doelwoord.
Spellen van een doelwoord.
De begeleider toont de picto van het doelwoord en vraagt de leerling om het woord te spellen met behulp van de letterkaart.
Mate van hulp
Wanneer een verkeerde letter wordt gekozen, wordt hulp geboden middels least-to-most prompting.
Zodra een verkeerde letter (of kleur) wordt gekozen, wordt hulp op maat geboden. Op deze manier wordt voorkomen dat er foute letters worden gekoppeld aan de klank.
Mogelijke uitbreiding van deelvaardigheid spelling
Wanneer de leerling het doelwoord heeft gespeld met behulp van de letterkaart en passende mate van hulp heeft ontvangen, is het mogelijk om het doelwoord nogmaals te spellen door het (met hulp) te schrijven. Mogelijk wordt er gebruik gemaakt van een spellingsmethode met een kleurcodering bij de letters en wordt het doelwoord geschreven in de juiste ‘kleurcodering’.
Foutenanalyse
Wanneer een verkeerde letter wordt gekozen, dan is de leerling onvoldoende in staat om het doelwoord in het hoofd te analyseren en synthetiseren en heeft de leerling een verkeerde klank-tekenkoppeling in het hoofd opgeslagen.
Video toelichting
Samenvatting