De doelwoorden en afleiders moeten overgezet worden naar materiaal. Dit kan gedaan worden met behulp van een papieren versie of de software passend bij het elektronisch communicatiehulpmiddel. Klik hier voor een voorbeeld van het bewerken van een softwarebestand van een communicatiehulpmiddel, bijvoorbeeld Mind Express.
Wisselen van positie
Het doelwoord met de afleiders staan in één rij. Er staan maximaal 5 doelwoorden met afleiders op één bladzijde, zoals zichtbaar is in paragraaf ‘doelwoorden en afleiders: voorbeeld’. Binnen de rij moet de positie van het doelwoord en de afleiders elke week wisselen. Leerlingen moeten gedwongen worden eerst na te denken, het woord te lezen in het hoofd, er betekenis aan te koppelen en niet te reageren op basis van hun visuele geheugen. Leerlingen die niet of nauwelijks spreken en gebruik maken van ondersteunde communicatiehulpmiddelen kunnen namelijk zeer bedreven zijn in het onthouden van een visuele route. Om te voorkomen dat ze woorden / picto’s kiezen op basis van hun visuele geheugen is het noodzakelijk om het doelwoord en de afleiders te wisselen van positie.
Bijvoorbeeld bij het doelwoord ‘mis’: