In dit hoofdstuk wordt van de cursist verwacht dat het theoretisch kader gelezen wordt. Vervolgens volgt een korte oefening om de theorie eigen te maken. In deze oefening krijg je inzicht in welke begrippen bij bepaalde modellen horen. Hiermee wordt een goede basis gelegd om de LOeS-werkwijze in de komende hoofdstukken uit te werken.
Het leesonderwijs kun je beschrijven vanuit twee algemeen geldende modellen: het Whole To Part (WTP) model en Fonologisch Coherentiemodel. Het Bottom-up en Top-down model en de Nonverbal Reading Approach (NRA) zijn twee andere modellen die meer ontwikkeld zijn voor leerlingen die niet of nauwelijks spreken. Deze vier modellen staan uitgebreid beschreven in het theoretisch kader.